Tenen achter de lijn op 300 meter voor de finish; ‘heren opgelet’, het startschot klinkt. De eerste 100 meter. We kijken naar elkaar. Niet direct op kop… Positie zoeken op de 3de of 4de plek. Wel contact houden. Je weet tenslotte nooit wat er in het begin gebeurt. Springt iemand direct al weg, vinden er valpartijen achterin plaats? Ik probeer de wedstrijd te lezen. Van te voren weet ik waar ik op moet letten en met name op wie. Niet omkijken, ik voel het wel. De eerste 300 meter zit erop. Nog 3 rondes te gaan. Het tempo ligt hoog. Dat is mooi want met zijn allen kunnen we er een snelle tijd van maken. De wind blaast maar op de derde positie, achter de nummer één en schuin achter de nummer 2 heb ik er weinig last van. Van achter komt er iemand om me heen. Hij heeft een nog hoger tempo. Hij loopt naar de eerste plek en forceert een gaatje. De anderen reageren en verhogen nogmaals het tempo. Ik kan niks anders doen dan volgen. Aan de ademhaling te horen kost het iedereen veel energie. Aan de achterkant waaieren er jongens af. Nog twee rondes, 800 meter. De favorieten zitten voorin. Er wordt geduwd en getrokken. Van een aantal hoor je een harde vloek. We bereiken het 200 meter punten. Nog anderhalve ronde. Ik loop nog altijd rond de derde plek. Ik voel dat ik nog niet op ben maar ik moet alle zeilen bij zetten om contact te blijven houden. Ik schommel tussen doorzetten maar ook afhaken speelt mee in mijn hoofd. Velen reageren zenuwachtig. Op het rechte stuk voor de finish komen er 4 man om ons heen. De versnelling begint vroeg. Niet mee gaan in dit zenuwenspel. Rustig blijven en op blijven letten. Drie rondes zitten erop, nog 300 meter. Het een na laatste rechte stuk. Nooit inhalen in de bocht gaat er door me heen. Nu naar de tweede plek en dan in de bocht mee! De 200 meter tot de finish ontaard in een sprint. Schuin achter de nummer één loop ik bijna in de tweede baan. Wanneer er nu iemand langs wil moet hij wel heel ruim door de bocht. Het laatste rechte stuk. Blijf voor je uitkijken Paul, denk aan alles wat je hebt geleerd. In mijn rechter ooghoek zie ik niemand langszij komen; in mijn linker ooghoek wordt de afstand met nummer één langzaam kleiner. Nog één keer alles geven…
In een laatste krachtsinspanning zie ik de nummer één uit mijn oog verdwijnen. Ga ik winnen? Nog dertig meter, niet meer omkijken…GAAN!! Twee meter voor de finish gooi ik mijn borst naar voren. Yes! Het is me gelukt!
Dat laatste stuk, het verlangen naar de finish, naar de winst. Een zeer verslavend gevoel. Van die baan waar ik 20 jaar die wedstrijden heb gelopen en voor heb getraind is alleen het laatste rechte stuk nog over. De bomen die voorbij raasden in mijn rechterooghoek staan er nog. Een prachtige plek met een nog mooiere herinnering. Binnenkort verrijst hier een nieuwe supermarkt. Zouden ze weten hoeveel zweetdruppels daar op dit laatste stuk liggen?…