Ik herinner me er weinig van maar wanneer ik mijn ouders mag geloven is dit het liedje wat ik altijd zeer luid zong in de kinderwagen op weg naar de stad of naar andere plekken waar ik nog niet zelfstandig naar toe kon wandelen.
Hoe ik kwam tot het zingen van dit liedje is me nog steeds niet duidelijk maar ik kan me zo voorstellen dat de atletiek carrière van mijn vader er aan ten grondslag heeft gelegen. De precieze inhoud van het liedje wist ik zeker niet want dat was duidelijk minder vrolijk dan de manier waarop ik het zong.
Mijn vader was namelijk 7 dagen per week bezig met hardlopen. En hard lopen kon hij! Niemand kon hem bijna in die tijd bij houden. Ik denk dat ik dit in die tijd als drie jarig jongetje geweten moet hebben want het schijnt dat ik dit niet al te zachtjes maar juist uit volle borst ten gehore bracht aan alle verkeersdeelnemers die we maar tegen kwamen. Gericht natuurlijk naar mijn vader omdat ik medelijden had waarschijnlijk met al die atleten die mijn vader moesten bijhouden. Pappie, loop toch niet zo snel! Ik vraag me nu nog wel eens af wat mijn ouders dachten, voelden en deden wanneer ik los ging.
Regelmatig moet ik nu nog horen dat dit mijn liedje was. Knijterhard vanuit de kinderwagen.